Ooit was er een periode dat psychotherapie vooral bestond uit vriendelijk en op de juiste wijze instemmend, afwijzend of vragend te hummen of knikken. Het idee was dat wanneer een cliënt uit zelf tot inzicht kwam, het beter zou beklijven. Zoiets als van een kind verlangen dat het uit zichzelf begint te praten en gaandeweg als bij wonder leert autorijden. Zonder voorbeeld, richting en overdragen van kennis leert dat kind dus niks! Deze Rogeriaanse aanpak is in de psychologie heel lang populair geweest, maar gelukkig al jaren uitgehumd. Maar net als onkruid is het toch slecht uit te roeien.