Gezondheidsmanagement wordt steeds belangrijker. Bedrijven kunnen tal van interventies inzetten om medewerkers gezond te houden of weer gezond te krijgen. Veruit de meest ingezette interventie in gezondheidsmanagement is de psychologische interventie.
Met deze interventie bespreekt een bedrijfspsycholoog bijvoorbeeld welke werkgerelateerde factoren meespelen in de uitval van een medewerker en hoe iemand weer gezond aan het werk te krijgen is. De bedrijfspsycholoog houdt de werkgever en de bedrijfsarts op de hoogte van de voortgang en het resultaat.
Als je het afzet tegen verzuimkosten, vinden veel werkgevers deze investering het geld waard om medewerkers uit verzuim te krijgen of te houden.
Bedrijfspsychologen van ProMind bieden u een helpende hand op het gebied van preventie, interventie en re-integratie. Werknemers kunnen bijvoorbeeld terecht bij het psychologenspreekuur voor een kort gesprek over hun problemen. Hier krijgen werknemers de ruimte om hun klachten te bespreken en worden zij direct van gericht advies voorzien.
Doorgaans is het gegeven advies al voldoende, zodat een interventie niet nodig is. Is er toch meer hulp nodig, dan biedt ProMind de korte psychologische interventie. Tijdens de interventie leren werknemers aan de hand van een aantal gesprekken snel en effectief hun problemen op te lossen.
In onderstaand filmpje vertelt Paul de Bruijn van ProMind meer over bedrijfspsychologische zorg en het burn-out traject van ProMind.
Meer weten over de bedrijfspsychologisch zorg van ProMind? Neem dan gerust contact met ons op.
Of waarom werkdruk en gebrek aan autonomie een ondergeschikte rol spelen bij Burn-out
De laatste tijd wordt er weer heel veel aandacht besteed aan Burn-out. Een onlangs door TNO uitgebracht rapport laat zien dat er nog steeds een toename is aan mensen die in de gevarenzone komen of daar al overheen zijn. Steeds meer mensen vallen uit.
Wat ons in deze rapportages opvalt is dat de focus vooral ligt op externe factoren als werkdruk en gebrek aan autonomie in het werk. Daarnaast worden life events ook vaak genoemd als oorzaak. Dat lijkt logisch, maar is het meestal niet.
Iedereen heeft het over snel weer aan het werk na verzuim. In de praktijk blijkt keer op keer dat hier weinig van terecht komt. TNO laat zien dat verzuim jaarlijks € 12,7 miljard kost en gemiddeld € 250,- per verzuimdag. Fundamenteel probleem is dat veel verzuim te lang duurt.
Vooral verzuim op psychische gronden. Dat is ook wel een beetje te begrijpen. Het is immers niet altijd even helder wat je waar en hoe moet doen om iemand met psychische problemen weer aan het werk te krijgen. En ook op zo’n manier dat het niet na verloop van tijd weer fout gaat. Door verkeerd, te beperkt of te laat ingrijpen loopt het verzuim na twee jaar vaak over in een WIA-aanvraag. De werkgever draait dan nog eens twaalf (!) jaar op voor de kosten.
En weer het zoveelste onderzoek dat vrouwen in een negatief daglicht zet. Nu zijn de vrouwelijke managers aan de beurt. Je verwacht van gerenommeerde instituten als CBS en TNO toch een wat meer genuanceerde interpretatie van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA).
Hun ‘feitjes’ over 2015: 14 procent van de vrouwelijke leidinggevenden; ‘slechts’ 10 procent mannen meldt Burn-out klachten. 29 procent van de vrouwen voelt zich regelmatig leeg aan het einde van de dag; 17 procent voelt zich regelmatig emotioneel uitgeput. Bij mannen lagen deze percentages 4 á 5 punten lager.
Uit onderzoek van ArboNed blijkt dat Burn-out steeds vaker voorkomt en dat het verzuim ook steeds langer duurt (van 236 naar 242 dagen gemiddeld). Directeur Research & Development Catelijne Joling noemde het in het radioprogramma BNR Beter zelfs alarmerend. Zij hebben berekend dat de kosten voor één burn-out gemiddeld zo’n 60 duizend euro belopen.
Dit zijn verontrustende cijfers en de kosten hadden wij zelf niet zo hoog gedacht. Maar wat ons vooral opvalt is de duur van de uitval. Die vinden wij heeeel erg lang. Mensen die bij ons worden aangemeld met een Burn-out zijn over het algemeen binnen twee maanden weer volledig aan de gang. Ze vallen daarna ook niet meer uit. Dan komen wij op nog geen 60 dagen, en in die periode wordt ook al weer begonnen met werken. Tegen het einde meestal alweer volledig. Soms zitten mensen al een paar weken thuis voordat ze in het traject komen, maar dan komen we nog niet boven de 100 dagen uit.
De meest recente cijfers van het CBS en TNO laten zien dat in 2014 een op de zeven werknemers Burn-out klachten had of heeft gehad. Dat is ruim 14% van de werknemers in Nederland. Minstens een paar keer per maand voelden zij zich bijvoorbeeld leeg aan het eind van een werkdag, emotioneel uitgeput door het werk of moe bij het opstaan als zij werden geconfronteerd met hun werk.
Als we iets dieper op de cijfers ingaan vinden we de meeste Burn-out klachten in het onderwijs waar een op de vijf werknemers ermee te maken heeft. Dit is volgens de bureaus vooral toe te schrijven aan de hoge werklast en de hoge mate van emotionele betrokkenheid die het werk meebrengt.
Voorheen bestond de gebruikelijke aanpak bij burn-out vooral uit rust, rust en nog eens rust. Vooral niet werken en af en toe lekker de buitenlucht in of inschrijven voor yoga- en meditatie lessen. Om vervolgens na een jaar te kijken of werken weer tot de mogelijkheden behoort. Onder andere uit onderzoek van TNO Arbeid blijkt dat mensen juist het meest geholpen zijn indien ze weer snel aan het werk gaan.